In the Netherlands, approximately 1 million children (0-25 years) have a chronic disease. Above and beyond the ever-present challenges of growing up with an illness, these children have 40% chance to develop psychological problems, including depression, anxiety and loneliness. Throughout their life, this translates into decreased well-being and reduced social participation and generates additional costs for society. Early prevention of psychological problems is thus key to break this vicious cycle. Therefore, eHealth applications are promising. However, scientific knowledge is missing and validated tools are not yet available for this group and involved health care professionals. Our mission is to make scientifically validated eHealth tools that allow personalized and trans-diagnostic prevention of psychological problems widely available for this highly vulnerable group of chronically ill children and future adults, through an accessible, user-friendly, safe, and sustainable platform. To succeed in this mission, we present an iterative learning cycle approach in two four-year phases during which we gather the insights, and develop, evaluate, and implement the much needed eHealth tools: I. Development: Distil and validate the theoretical and game-design factors that make eHealth effective for chronically ill children. II. Evaluation: Evaluate trans-diagnostic and personalized eHealth tools for chronically ill children, using and developing state-of-the-art methods. III. Implementation: Study and remove the barriers that currently hinder implementation and uptake, and threaten availability of eHealth applications for chronically ill children. Our eHealth junior consortium includes (applied) researchers, pediatricians, psychiatrists, psychologists, patient organizations, knowledge centers, game designers, industrial designers, insurance companies, and business professionals. We will collaborate with the end-users (children, families, and professionals) in order to achieve both international scientific breakthroughs and optimal clinical and societal impact. Knowledge utilization is a crucial part of our project.

Eind oktober organiseren we een landelijke matchmakingbijeenkomst, aanvullend 4 regionale deelbijeenkomsten, om met een nog te bouwen consortium invulling te geven aan een landelijke onderzoekslijn rondom samenredzaamheid en zelfredzaamheid van ouderen in een inclusieve, veerkrachtige samenleving. Deze onderzoekslijn komt tot stand in samenwerking tussen o.a. academische netwerken ouderenzorg, kennnisorganisaties, publieke en private organisaties en burgers zelf.

In dit project wordt een praktijkinterventie ontwikkeld voor het managen van risicos op victimisatie bij mensen met ernstige psychische aandoeningen die ambulante zorg ontvangen vanuit FACT-teams. De interventie is gericht op bewustwording van het risico op victimisatie en van andere risicos, bij de patiënt én bij zijn GGz-hulpverleners. In deze interventie wordt de nadruk gelegd op de sterke kanten van patiënten, waarbij risicotaxatie en risicomanagement in dienst staan van zijn herstelproces en het bereiken van levensdoelen. Daartoe sluit de interventie nauw aan bij de Individuele Rehabilitatie Benadering. Na de ontwikkelingsfase volgt een gecontroleerd onderzoek naar de effectiviteit van de praktijkinterventie.

De overgrote meerderheid van de leraren geeft aan dat het niet gemakkelijk is om in de reguliere klas te werken met leerlingen met een gedragsstoornis of een gedragsprobleem, met name wanneer het gaat om leerlingen die externaliserend probleemgedrag laten zien. Het voorkomen en verminderen van probleemgedrag hangt in belangrijke mate af van het professionele handelen van de leraar. Ondanks dat er vrij veel beschreven is over effectief omgaan met probleemgedrag in de literatuur, is nog onvoldoende duidelijk hoe leraren dit gewenste gedrag in verschillende situaties in de praktijk kunnen brengen. Meer inzicht in goede praktijkvoorbeelden is daarom van groot belang, naast inzicht in de overdraagbaarheid van de succesfactoren van deze good practices aan andere (aankomend) leraren. In dit onderzoek worden twaalf leraren die good practices laten zien in het basisonderwijs en speciaal onderwijs gedetailleerd in beeld gebracht om inzicht te krijgen in succesfactoren bij het werken met leerlingen met externaliserend probleemgedrag. Hiervoor worden video observaties, interviews, logboeken en woordwebben van de leerlingen gebruikt. Samen met de twaalf leraren analyseren we deze data en ontwikkelen we materiaal (videomateriaal en portretten) waarmee inzichtelijk wordt wat in welke situatie succesfactoren zijn. De inzichten die we verkrijgen en het materiaal dat ontwikkeld wordt, worden benut als ingrediënten voor professionaliseringsactiviteiten in de scholen en door opleidingsdocenten in deelstudie 2. Deze activiteiten worden samen met betrokkenen uit de scholen en docenten ontworpen passend bij de context. Middels monitoring van de activiteiten en focusgroep interviews wordt de overdraagbaarheid van de good practices geëvalueerd.

This study pertains to the development of a web-based, personalized, patient-friendly and easy to administer QoL-instrument for three populations: people with major psychiatric problems, people treated in forensic psychiatry, and people who are supported by homelessness services. The aims of this project are (1) to develop a QoL-instrument called QoL-ME which comprises core QoL domains for policy decisions on an aggregated level and add-on QoL domains for decisions on an individual care planning level, and (2) to conduct an ethical and conceptual analysis of the QoL-ME including the mediating influence of technology. In this project, a holistic point of view is used in the conceptualization of QoL. To this end, Tilburg University, Erasmus University Medical Centre, and RIVM will collaborate with six societal organisations. Every step of the development of the web-based questionnaire will be discussed with patients and other stakeholders. A latent class analysis is used to create core domains and an innovative crowd-based procedure is used to select visual content to represent important life aspects. In addition, focus groups are held to choose relevant add-on domains. A multilevel analysis is conducted to test the suitability of the QoL-ME for individual care planning. Observations/interviews are held to investigate the understanding of the QoL-ME for patients, professional caregivers and policy makers. Moreover, the mediating role of technology is explored by interviewing patients, professional caregivers and other identified relevant stakeholders. This project will result in a better understanding of the Quality of Life of people with severe mental health problems. It elaborates on the existing body of knowledge of this specific population in an innovative and tailor-made fashion.