CED-Groep
CED-Groep
14 Projects, page 1 of 3
assignment_turned_in Project2016 - 2017Partners:Universiteit van Amsterdam, Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, Universiteit van Amsterdam, OBS De Brug, OBS Op Avontuur, Universiteit van Amsterdam, Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, Research Institute of Child Development and Education (RICDE) +14 partnersUniversiteit van Amsterdam, Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen,Universiteit van Amsterdam,OBS De Brug,OBS Op Avontuur,Universiteit van Amsterdam, Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, Research Institute of Child Development and Education (RICDE),Universiteit van Amsterdam, Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, Pedagogische en Onderwijswetenschappen (POW),OBS De Tweewegen,ASKO Scholen,OBS De Kei,OBS De Kei,OBS De Tweewegen,OBS De Brug,OBS Op Avontuur,ASKO Scholen,CED-Groep,Stichting Surplus,Universiteit van Amsterdam,CED-Groep,Stichting SurplusFunder: Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO) Project Code: 405-16-503De basisschool is een van de vele sociale contexten waarbinnen kinderen burgerschapscompetenties ontwikkelen. Kinderen leren om burger te zijn door deel te nemen aan sociale en culturele praktijken die deel uitmaken van hun dagelijks leven. Het is daarom jammer dat er in het basisonderwijs vaak onvoldoende verbinding wordt gemaakt tussen de burgerschapservaringen op school en de burgerschapservaringen die leerlingen in andere contexten opdoen. Uit onderzoek blijkt dat het reflecteren op leerervaringen in verschillende contexten een proces van analyseren en integreren op gang kan brengen. Het ontbreekt leraren echter aan handvatten om reflectie op binnen- en buitenschoolse leerervaringen te stimuleren. In dit onderzoek willen we daarom nagaan of en op welke manier reflectie gestimuleerd kan worden om binnen- en buitenschoolse burgerschapservaringen met elkaar te verbinden en te verdiepen en zo burgerschapscompetenties te bevorderen. Leraren ontwikkelen samen met onderzoekers reflectiestrategieën (handvatten) die het reflecteren door basisschoolleerlingen in groep 7 en 8 op binnen- en buitenschoolse leerervaringen stimuleren. Vervolgens wordt in een quasi-experimentele studie onderzocht wat het effect is van het werken met de ontwikkelde reflectiestrategieën op de kwaliteit van reflectie (analyseren en integreren van binnen- en buitenschoolse burgerschapservaringen) en de burgerschapscompetenties van leerlingen. Dit project levert kennis en praktische handvatten op waarmee leraren de persoonlijke ervaringen van leerlingen kunnen betrekken in de les en waarmee zij reflectie op binnen- en buitenschoolse burgerschapservaringen bij leerlingen kunnen stimuleren om zo de ontwikkeling van burgerschapscompetenties te bevorderen.
more_vert assignment_turned_in Project2022 - 9999Partners:Radboud Universiteit Nijmegen, Radboud Universiteit Nijmegen, Faculteit der Sociale Wetenschappen, Behavioural Science Institute - BSI, CED-Groep, CED-Groep, KBA Nijmegen +3 partnersRadboud Universiteit Nijmegen,Radboud Universiteit Nijmegen, Faculteit der Sociale Wetenschappen, Behavioural Science Institute - BSI,CED-Groep,CED-Groep,KBA Nijmegen,Praktikon, Academisch Centrum Sociale Wetenschappen, Onderzoek & Ontwikkeling,Praktikon,KBA NijmegenFunder: Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO) Project Code: 40.5.22630.070This project has two goals: 1) to investigate how bullying, violence and feelings of safety at school are related to school culture; 2) to investigate whether and how school culture can be influenced by students, teachers and school management in such a way that bullying and violence decrease and feelings of safety among students and teachers increase. This will be done by using the School Safety Monitor and instruments to assess school culture. Furthermore, an intervention will be developed that is aimed at changing school culture. This intervention will be made transferable so that other schools can use it too.
more_vert assignment_turned_in Project2016 - 2018Partners:RSG N.O.-Veluwe, Universiteit Utrecht, Faculteit Geesteswetenschappen, Letteren, Utrechts Instituut voor Linguïstiek OTS, Universiteit Utrecht, X11 School voor grafimedia, Wolfert van Borselen Scholengroep, Wolfert PRO +14 partnersRSG N.O.-Veluwe,Universiteit Utrecht, Faculteit Geesteswetenschappen, Letteren, Utrechts Instituut voor Linguïstiek OTS,Universiteit Utrecht,X11 School voor grafimedia,Wolfert van Borselen Scholengroep, Wolfert PRO,RSG N.O.-Veluwe,Montessori College Oost,Stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam (BOOR),Wolfert van Borselen Scholengroep,Via Nova College,CED-Groep,Universiteit Utrecht,Hubertus & Berkhoff, De Culinaire Vakschool,Stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam (BOOR), Rotterdams Vakcollege de Hef (BOOR),Montessori College Oost,Hubertus & Berkhoff,CED-Groep,X11 School voor grafimedia,Via Nova CollegeFunder: Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO) Project Code: 405-16-509De leesvaardigheid van middelbare scholieren laat te wensen over. Voor het vwo is recent een positief effect van observerend leren op lees- en schrijfprestaties aangetoond. Daarbij leren leerlingen door te kijken naar en te reflecteren op de taakuitvoering van anderen, bijvoorbeeld de docent of een medeleerling. Deze didactiek lijkt zeer kansrijk voor leesstrategie-onderwijs. In dit onderzoek worden vmbo-docenten door onderzoekers geschoold om observerend leren in de praktijk te brengen. Op hun beurt zullen deze docenten weer nieuwe docenten leren volgens deze aanpak te werken. Onderzocht worden de effecten van beide trainingscondities op docentaanpak en leesvaardigheidsprestaties van onderbouwleerlingen.
more_vert assignment_turned_in Project2015 - 2020Partners:CED-Groep, Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen, Algemene Pedagogiek, Tilburg University, TIAS School for Business and Society, CED-Groep, KBA Nijmegen +12 partnersCED-Groep,Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen, Algemene Pedagogiek,Tilburg University, TIAS School for Business and Society,CED-Groep,KBA Nijmegen,Rijksuniversiteit Groningen,Universiteit van Amsterdam,Universiteit van Amsterdam, Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, Pedagogische en Onderwijswetenschappen (POW),Oberon BV,Oberon BV,Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen, Orthopedagogiek,Universiteit van Amsterdam, Kohnstamm Instituut,Radboud Universiteit Nijmegen, Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen (ITS),Windesheim University of Applied Sciences,Tilburg University,KBA Nijmegen,Radboud Universiteit NijmegenFunder: Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO) Project Code: 405-15-750Sinds augustus 2014 is de wet op passend onderwijs in werking getreden. Na een lange voorbereidingsperiode gaan nu daadwerkelijke veranderingen van start in de organisatie van onderwijs voor leerlingen die extra steun nodig hebben. Een integrale evaluatie is opgezet om beleid en praktijk van informatie te voorzien over implementatie en effecten. Vijf deelvragen staan centraal: 1. Wat is de impact van passend onderwijs op het handelen van samenwerkingsverbanden, besturen en hun samenwerkingspartners? (bovenschools niveau) 2. Wat is de impact van passend onderwijs op scholen/opleidingen en leraren? (schoolniveau) 3. Wat is de impact van passend onderwijs op ouders en leerlingen/studenten? (leerlingniveau) 4. Welke interacties doen zich voor tussen deze niveaus? 5. In welke mate zijn in scholen/opleidingen en bij leraren factoren zichtbaar die als gunstig beschouwd worden voor onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften? En in hoeverre beïnvloeden deze factoren de ontwikkeling van leerlingen? De evaluatie is er op gericht om inzicht te bieden in hoe passend onderwijs vorm krijgt in de praktijk (het onderwijsveld kan daarin veel eigen keuzes maken) en in hoeverre beleidsverwachtingen uitkomen (er zijn meervoudige doelen), of juist niet uitkomen. Dit gebeurt via een mixed methods design. Er wordt gebruik gemaakt van monitoring, longitudinale casestudies, thematische casestudies, effectonderzoek, casuïstiek, praktijkgericht onderzoek en contextanalyse. De thema?s waar het onderzoek zich vooral op richt zijn: " de werking van de zorgplicht " realisatie van dekkend aanbod en rol van schoolondersteuningsprofielen " rol en taak van samenwerkingsverbanden, inclusie van speciaal onderwijs " budgetfinanciering, verevening en middelenbesteding " afschaffen van landelijke criteria t.b.v. hulp op maat " werking van het Referentiekader " afstemming tussen onderwijs en jeugdzorg, rol van gemeenten " rechten/positie van ouders, keuzevrijheid ouders " ondersteuning van scholen/opleidingen door besturen en samenwerkingsverbanden " (bevorderen van) vaardigheden en attituden van leraren " werken met ontwikkelingsperspectieven " rol van de inspectie " samenhang met ander beleid In het onderzoek worden alle voor passend onderwijs relevante onderwijssectoren betrokken: PO, VO, (V)SO, MBO. De evaluatie start in 2015 en zal in principe doorlopen tot 2019. De uitvoering ligt in handen van een consortium van acht samenwerkende onderzoeksinstituten.
more_vert assignment_turned_in Project2017 - 2018Partners:Erasmus Universiteit Rotterdam, CED-Groep, Erasmus Universiteit Rotterdam, Rotterdam School of Management, Business Society Management, CED-GroepErasmus Universiteit Rotterdam,CED-Groep,Erasmus Universiteit Rotterdam, Rotterdam School of Management, Business Society Management,CED-GroepFunder: Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO) Project Code: 405-17-917Vrijwilligers en beroepskrachten zijn belangrijk bij het terugdringen van laaggeletterdheid in de samenleving. Een goede samenwerking tussen de vrijwilligers en beroepskrachten is hierbij van meerwaarde. Uit onderzoek blijkt echter dat verschillen in taken, attituden en belangen voor spanningen kunnen zorgen. Bovendien is het mogelijk dat zowel beroepskrachten als vrijwilligers op sommige momenten handelingsverlegen zijn en vinden dat specifieke deskundigheid ontbreekt. Uit onderzoek in andere sectoren naar samenwerking en taakverdeling tussen vrijwilligers en beroepskrachten is bekend welke factoren de taakverdeling en samenwerking kunnen beïnvloeden en welke factoren kunnen leiden tot spanningen tussen vrijwilligers en beroepskrachten. Bij deskundigheidsbevordering van vrijwilligers en van beroepskrachten in het omgaan en samenwerken met vrijwilligers is onderzoek schaars. In dit project wordt (na literatuurstudie en expertraadpleging) een inventarisatie uitgevoerd naar deze onderwerpen bij vrijwilligers en beroepskrachten in 20 taalprojecten/taalcursussen door middel van een digitale enquête (N=120). De uitkomsten van de enquête worden in vier focusgroepen en acht interviews verdiept. Beantwoording van de onderzoeksvragen met betrekking tot de leidt tot het zichtbaar maken van verbetermogelijkheden in samenwerkingsvormen en taakverdelingen tussen vrijwilligers en beroepskrachten en tot handvatten voor gewenste deskundigheidsbevordering van zowel vrijwilligers als beroepskrachten. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de Rotterdam School of Management en de CED-Groep in opdracht van het NRO in het kader van de onderzoeksagenda Tel mee met Taal 2016-2019. (215 woorden)
more_vert
chevron_left - 1
- 2
- 3
chevron_right
